Verliefd op hout!
Al sinds ik als 5-jarige jongen samen met mijn vader een houten gereedschapskistje in elkaar heb gezet, ben ik er verliefd op. Dit, inmiddels flink gegroeide, kistje is door de jaren heen goed gebruikt. In en om mijn huis fungeren oude eiken wagonplanken als eettafel, vormt een verzameling van afvalhout een tv meubel en zit ik buiten in de zon op een bank gemaakt van hout van afgedankte pallets. Hier heb ik nu al jaren en jaren plezier van. Ik had het hout natuurlijk ook kunnen verbranden zodat mijn huis weer een paar uurtjes warmte had gehad, maar ja.
Het moet anders!
De toenemende urgentie in CO2 besparing zorgt ervoor dat overheidsinstanties vele maatregelen nemen. Zonnepanelen worden met enorme aantallen op daken gegooid (of dit nou wel zo’n goed idee is even een andere discussie), huizen gaan massaal van het gas af en kolencentrales worden gesloten. Kortom, kosten noch moeite worden gespaard om de daad bij het woord te voegen.
Hoe Plennid hieraan bijdraagt.
Met Plennid zet ik me iedere dag in om aan deze uitdaging bij te dragen. We hebben alle zinnen gezet op circulariteit als pragmatische oplossing voor CO2 vermindering. Hiermee kom ik ook weer terug bij het hout. Enkele jaren geleden, geïnspireerd door Rik Ruigrok van Circulair Houtbewerkingsbedrijf Herso, zijn mijn zakenpartner Kees van Rengs en ik aan de slag gegaan om de circulaire houtketen te introduceren bij de overheid. De essentie; Hoe kunnen we kwalitatief lokaal hout binnen gemeentes en provincies laten bewerken door lokale partijen, tot producten voor de lokale gemeenschap? Hoe kunnen we tropisch hardhout dat geïmporteerd wordt vanuit de amazone, vervangen door het hout van de omgevallen boom om de hoek? Hoe kunnen we voorkomen dat het waardevolle hout dat CO2 bevat van onze voorouders, wordt verbrand als biomassa waarbij al het opgeslagen CO2 weer terug de lucht in gaat?
Biomasssa van hout is fout?
Het lijken simpele vragen, maar soms sta ik echt te kijken van de situaties die ik tegenkom. Vele hordes moeten genomen worden en het systeem, dat strak in elkaar zit, moeten we vaak ontwrichten voordat het hervormt kan worden. Zo zijn er op vele plekken in het land contracten afgesloten tussen gemeenten en bio-energie producenten om zoveel mogelijk hout te gebruiken als biomassa. Een methode die volgens de wet goed is, omdat hij CO2 neutraal zou zijn. Immers, ik citeer Staatsbosbeheer: “Bij de verbranding van biomassa komt weliswaar CO2 vrij, maar toch beschouwt men deze vorm van energieopwekking als CO2-neutraal. De CO2 die vrijkomt, komt namelijk direct weer in de koolstofcyclus terecht”.
Met deze logica lossen we het CO2 probleem natuurlijk niet op.
Maar het gaat nog een stapje verder. De contracten die afgesloten zijn eisen een dusdanige hoeveelheid biomassa, dat gemeenten massaal bomen moeten aanleveren om aan deze afspraak te voldoen. Hierbij gaat het niet alleen om het tak- en tophout, maar ook om de waardevolle stammen. De stammen waar ik zo’n beetje mijn gehele meubilair mee heb samengesteld. Voor deze biomassa betaald de producent tot 35 euro per ton. Een beetje flinke eikenboom kan, zodra verwerkt tot meubelhout, zo 700 euro per ton opleveren en dan hebben we het nog niet eens gehad over de hoeveelheid CO2 die bewaard kan blijven. Eén ton hout bevat evenveel CO2 als drie huishoudens in één jaar tijd aan elektra verbruiken of als de uitstoot van 25.000+ km aan uitlaatgassen van een middenklassenauto.
We eten op de grond.
U voelt mijn frustratie, waar aan de ene kant wordt gepronkt met zonnepanelen die huishoudens CO2-neutraal maken, worden aan de andere kant tonnen en tonnen aan goed bruikbaar hout verbrand en daarmee CO2 vrijgelaten. Allemaal omwille van een simpel contractje, dat overigens nog voor jaren van toepassing is.
Ik ben benieuwd hoe mijn vriendin vanavond reageert als ze beseft dat we op de grond moeten eten. “Sorry schat, onze houten meubels dienen nu als biomassa, tsja we zitten vast aan dat contract hè.”
Wilt u meer weten over de circulaire houtketen? Neem gerust contact met me op!