Skip to main content

Biobased en circulair gaan vaak in één adem, en worden nog wel eens door elkaar gehaald. Dat is niet zo gek; er zit veel overlap! Maar er is wel degelijk een verschil. Laten we ze even doornemen.

Biobased

Biobased gaat over de herkomst van de materialen. De grondstoffen zijn afkomstig uit de natuur, landbouw of zijn reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie. De materialen kunnen in de levensduur van een gebouw opnieuw groeien. Dit noemen we ook wel ‘hernieuwbaar’. In een biobased economie worden de materialen ingezet voor niet-voedingsgerelateerde toepassingen. Bijvoorbeeld in interieur of in de bouw. Er zijn zelfs biobased bruggen.

Circulaire economie

Circulaire economie is een alternatief systeem voor de lineaire economie. In het geval van een lineaire economie worden gemaakte producten na gebruik als waardeloos en zelfs kostenpost beschouwd en weggegooid. In een circulaire economie gaat het juist over waardebehoud. Grondstoffen, materialen en producten worden volledig hergebruikt, gerepareerd en hersteld. De materialen blijven dus circuleren en beschikbaar, waardoor er ook geen afval ontstaat.

Circulair, maar niet biobased

Binnen de circulaire economie maakt men onderscheid in de technische en de biologische cycli. Technische grondstoffen worden gerepareerd en herfabriceerd. Deze horen niet in de natuur thuis en moeten dan ook gescheiden blijven van de biologische grondstoffen.

Overlap: Cascaderen

Biobased, ook wel natuurlijke, grondstoffen behoren in de biologische cycli. Miscanthus en hout hebben lange, sterke vezels die goed te gebruiken zijn. Door de natuurlijke grondstoffen circulair te verwaarden blijft de waarde zo lang mogelijk behouden. Hout kan als massieve grondstof gebruikt worden, bijvoorbeeld in constructie van gebouwen. Wanneer dit gebouw gesloopt wordt, zit er nog steeds waarde in de materialen; het hout kan hergebruikt worden in plaatmateriaal. Dit plaatmateriaal kan ook hergebruikt worden. Deze manier van hergebruik van biobased grondstoffen noemen we ook wel cascaderen.

Wanneer je het hout tot de vezel verkleint, kun je twee dingen doen: verbranden voor energieopwekking, of composteren en teruggeven aan de bodem. In beide gevallen verdwijnt het materiaal, maar in composteren gaat de (voedings)waarde naar de natuur, waar andere natuurlijke grondstoffen van kunnen groeien.

Biobased, maar niet circulair    

Bij energieopwekking is de waarde van het materiaal ook verloren voor de biologische cycli. Een ander voorbeeld van ‘biobased, maar niet circulair’ is wanneer er met biobased grondstoffen een materiaal wordt ontwikkeld die niet recyclebaar of niet degradeerbaar is.

Wil je meer weten over het circulair verwaarden van biobased reststromen? Blijf ons volgen voor meer artikelen of ga eens met ons in gesprek!